"aJ KJ WO m O O O to to Er waait een wind over het land Een koude wind vol grijze kleuren Er gaat een adem over het zand UUl Vol van stemmen, voorbije geuren Er klinkt een roep, van over 't water Van verzonken dorpen, verdwenen gras Q Er zingt een stem vanuit de baren Een klaagzang, om wat ooit was q* En in de verte luiden de klokken Stijgen op uit de zilte zee En wij vragen aan de grijze wolken Waarom nam zij 't leven mee? Waarom kon zij hen niet bewaren Als kinderen aan haar golvende borst Waarom liet ze alles varen bedekte 't land met haar eeuwige dorst? Stille dorpen, verdronken leven Dat wat was, is nu niet meer WO Maar de wind, die is gebleven Vertelt hun verhalen, elk jaar weer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 55