'Misschien dat ik het zelf als eerste wil voorlezen. Dat begrijp je, hoop ik. Ik ben er zo trots op en dan zou het zonde zijn als het niet voor het eerst in klanken zou worden omgezet door de stem van de maker zelf.' Hij pakte de fles en schonk zijn eigen glas en dat van Hans nog eens half vol. 'Op de literatuur. Op mijn literatuur.' Armando deed een stap naar voren en stond nu met zijn buik tegen de balustrade. Hij keek naar beneden met de hooghartig heid van een president die vanaf het bordes zijn volk toe spreekt. Hans tuurde langs Armando naar de zee. De whisky brandde in zijn slokdarm. Langzaam hief hij zijn hand, hield hem omhoog achter Armando en gaf hem een harde klap op zijn schouder. 'Gefeliciteerd, je bent inderdaad de beste.' Armando's bovenlijf boog voorover en hij greep met zijn vrije hand de balustrade. Hij draaide om zijn as, wilde een stap in de richting van de balkondeuren doen, maar verloor zijn even wicht en viel tegen het witte, verrotte hekwerk. Met een schreeuw stortte de schrijver met houtwerk en al de diepte in. Hans hapte naar adem, liet zijn glas vallen en rende naar binnen. Hij moest naar beneden, hem helpen. Nee, eerst een ambulance bellen. Verstijfd van schrik ging hij op bed zitten. Hij zag zijn bleke gezicht in de spiegel, het zwarte piekhaar, de grove neus, zijn bruine ogen die te ver uit elkaar stonden. Hoorde hij geschreeuw van beneden? Klonk er in de verte al het geluid van een sirene? Hij kon zich niet bewegen. Alleen kijken en wachten tot hij de moed zou hebben om op te staan en naar beneden te gaan. Zijn blik verplaatste zich door de kamer. Op bed lag het manuscript dat Armando zojuist vol tooid had. Als vanzelf strekte zijn arm zich uit en sleepte het op zijn schoot. Hij staarde naar de eerste regels. 'Ik kwam de trap aflopen en zag het direct. Achter de tafel zat hij, mijn evenbeeld, de man die mij zou gaan vervangen.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 27