KOPSTOOTJE a NeoNoir Een Siebe Edens-avontuur Kloetinge-Middelburg, 2008 CO Het kwam niet eens door de overgang van het felle zonlicht naar de gebruikelijke, grotachtige schemering van het café dat hij eerst geen hand voor ogen zag, behalve de bekende absur distische sterrenregen. Die hoorde onlosmakelijk bij de uitput ting na de zoveelste pervitinetrip, wist Appie. Nog steeds met gebogen hoofd, alsof ongeziene stalagtieten zich in zijn hersen- pan zouden boren, wankelde hij half op de tast naar de lege bar van De Witte Ruiter en hees zich op een hoge kruk. 'Kopstootje,' bestelde hij snel. Dat zou hem op orde brengen, ■«■k al was het maar voor een minuut of tien. De bestelling alleen al bracht zijn gezichtsvermogen en controle subiet terug. Tien minuutjes had hij hier maar nodig. Lang genoeg om zijn bisnis af te ronden en weer te verdwijnen, het daglicht in, op jacht naar kalmering en chemisch welbehagen. Zijn internering in het Kloetingse gekkendorp Emergo maakte het nu eenmaal onmogelijk om orde en regelmaat in zijn bevoorrading te bren gen. Maar ja, dat hij in Emergo zat had óók te maken gehad met het chronische geldgebrek dat het afwijkend gedrag had veroorzaakt: geweldpleginkje hier, kraakje of berovinkje daar. Vervolgens: rechtertje hier, psychiatertje daar. Hoe kon je ook van de uitkering rondkomen met medicinale behoeften als de zijne? Daar kwam nog bij dat zijn favoriete poeier al jaren uit de mode was. De makke van de ouder wordende junk. Hoe vaak had Appie niet een lukrake cocktail van paracetamol, betablokkers, natuurpoeders en fijngestampte codeïnepillen in zijn bast moeten spuiten? Armoe troef! Hij zag de schrik op het brede gezicht van de barman, een 1^1 blozend ogende vent van een jaar of vijfendertig met verward gelig haar en heel lichtblauwe ogen. Als van een varken, dacht 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 28