haar, maar de peperdure mesjes worden zo ongelooflijk snel
bot als zij ze ook gebruikt.
Zijn speurende ogen ontwaren het scheermes op de vloer van
de douchecabine, naast een gebruikt washandje en een nagel
borsteltje. Hij grijpt een fles shampoo mee. Weer terug voor de
spiegel spuit hij een gulle scheut in zijn handpalm, die hij over
zijn scalp uitsmeert. Een tweede bescheidener kwak smeert hij
uit onder zijn oksels, om de doordringende transpiratiegeur
te bestrijden. Dat laat hij even intrekken, terwijl hij zijn kaken
begint in te smeren met scheerzeep. Normaal zou hij met zijn
zeepbaard zichzelf op een ho-ho-ho kerstman-imitatie trak
teren, maar vandaag gunt hij zichzelf daar de tijd niet voor.
En terwijl hij zich staat te scheren, dwalen zijn gedachten
af naar Ome Lorrie, die enkele kilometers verderop ligt te
wachten om begraven te worden.
In de derde klas van de lagere school had Jantje niet onder
willen doen voor zijn twee jongere zusjes en was ook een
poëziealbum begonnen. In het café van zijn vader had hij als
negenjarige enkele van de stamgasten bereid gevonden om een
dubbele pagina in zijn album te vullen met versjes en tekenin
gen. Na de bijdragen van zijn moeder en twee zusjes, had zijn
oudoom de spits afgebeten en na het nuttigen van enkele oude
klaren de volgende wijze woorden aan het papier toe weten te
vertrouwen:
Hondstrontspinazieknetter
overheerlijke boterletter!
In de bovenhoek had hij erbij gekalkt, zoals dat in dergelijke
albums blijkbaar hoorde:
Nep, gep, rep,
Lazer maar lekker van je step!
De rijmelarij van zijn oudoom had navolging gekregen in de
bijdragen van de andere stamgasten. Op de volgende blad
zijden had Toon, een illustere dorpsfiguur die eieren per stuk
aan de deur verkocht vanuit een houten karretje achter zijn
fiets - waarop in schots en scheef geplakte letters te lezen viel:
Toon Ei B.V. - en die overigens een goede kandidaat was voor
het eerder genoemd delirium, met viltstift een cirkel om een
bierviltje getrokken en er middenin geschreven: