avond alles weer kan ontkennen. Haar? Er was nooit een haar. En al zeker geen blonde. En het allerergste is nog dat zij het op den duur nog zal geloven ook. Hij is en blijft een tweedehands autoverkoper, ook al handelt hij nu in koffie. Ze duwt hem met gemak terug in zijn stoel, ondermaatse gar naal die hij is. Hij trekt wit weg wanneer ze zijn breedbeeld vastpakt. "Wat doe je?" stamelt hij. "We begraven geen overlevenden, jongen."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 41