bekentenis van een jonge minnaar Daarom zal ik altijd bij je komen: Omdat je huid verslapt, je geest vernauwt, jij je geilheid niet meer kanaliseren kan zoals pakweg zoveel jaar geleden. Daarom zal ik altijd bij je komen, je laten komen in mij, omdat er op een dag niemand meer bij je komt. Daarom zal ik altijd bij je komen de dag dat jij geen tedere huid meer vindt die zingt van jong, exotisch tweeslachtig. Daarom zal ik altijd bij je komen omdat jij in mij de verwarring ontwarde, het huilen, de hoop de hunker. Daarom zal ik me voor je spreiden en me door je laten nemen bij elk noodweer van je stijgende jaren. Ik kan niet bij je zijn al die eenzame dagen, kan niet met je leven, maar kan niet echt van je weg. Ik zal altijd bij je komen, de gestolen uren herbeleven, het vuur, de vlam van weleer. Neem mij, en heel even wordt het, voor eeuwig en één dag, zoals het was in het prille begin. Daarom zal ik altijd bij je komen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 60