BLACK KAHLUA QJ CO rs Hij hield er wel erg aan Frank genoemd te worden. Zo kan je het stellen. Frank Frielans. Free Lance moest je er in aanvoelen. In het wereldje wilde men dat zo. Hello Franky. Dat mocht. Hoewel hij een lonely rider was. Lonely writer kon ook. In de sportjournalistiek komt het meer voor. De tijd van ieder zijn krantje was opgebruikt. Ieder zijn krant, ieder zijn krent, zei de boss van Sportwereld. Die oude tycoon maakte het uit hoe het moest. Hello Franky. Franky was een must. Zo echt hoe hij het wilde. Glad was ie. Hij kon alles aan. All round sports. Hij verkocht: daar gaat het toch om. Die flirtte met zijn lezers. Zijn interviews vraten ze. Je kreeg alles van hem. Tekst, video, foto's, lay-out. Zijn commentaren? Laconiek. Je kwam alles te weten. Met wie. Waar. Hoelang. Zijn moeder, haar vader. Zijn hond. Ja, zijn hond. Die moest er altijd bij. Dat kon een zwak punt zijn. Je voorziet het niet. Hij had ook een hond gehad. Dat wisten ze niet in het stam café. Geen enkele van de collega's. Geen enkele journalist, geen enkele fotograaf. Niks wisten ze van zijn hond. Hij zweeg er ook over. Het kan je te veel worden, als je ze humaniseert. Een hond blijft een hond. Je wilt het vergeten. Het komt steeds terug. Je verleert het niet. Zomin als hoesten. Dat lawaai had hij gehoord. En die moto. Hoesten misschien niet helemaal. Hij maakte dat gegorgeld geluid enkele keren. Dat was alles. Hij wist alles van EHBO, maar daar kon hij niks meer mee aan vangen. De dierenarts? Te laat. Hij was dood. Zie je dat dan niet? Als je een hond de keel opensnijdt hou je hem niet in leven. Voor een hond roep je niet help. Als het zover is, dan moet het maar zo. Maar waarom doe je zoiets? Je mag nog zo woedend zijn op iemand, dan doe je dat zijn hond toch niet aan? Moet je dan alles wreken wat je niet aanstaat. Dat werk je M NEONOIR mm

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 71