België te ontmoeten. Franky Frielans stelde hij zich voor. De
Nederlander bleek Van Vlimmeren te heten en een hele hap
van zijn familie in Noord-België te hebben. Ik heb een vaag
idee dat ik je ooit ontmoet heb, zei Van Vlimmeren. Dat kon.
Misschien ken je me van de televisie. Ik kwam al enkele keren
op de buis in een sportprogramma. Van Vlimmeren was een
eind op weg om zeventig te worden, maar zijn interesse voor
mooie vrouwen was niet getaand. Mevrouw zag ik nog nooit,
daar ben ik heel zeker van. Zeg maar Henk. Marilou zat opmer
kelijk afwezig te staren naar het podium, waarop acrobaten
apensprongen maakten. Zou het dat worden? Nee, Arlequino
moest nog te voorschijn komen. Die hielden ze zeker tot de
laatste acte veilig achter een van die lakens, die de begren
zingen van de ruimte moesten aantonen. Mevrouw draagt een
prachtige dream catcher, merkte Henk op. Hecht u daar geloof
aan? Zulk een mooie ring heeft zijn waarde. Deze lijkt me er
een te zijn van Mexicaanse makelij. Als hij origineel is, draagt u
een fortuin mee. Frank lag eruit. Wat was dat? Waarover had
die man het? Over dat goedkope speelgoed op haar borst?
Beslist uit een tweedehands winkeltje. Meer kon het niet zijn.
Ik kreeg het van een oom cadeau, lachte Marilou. Die bracht
het uit Zuid-Amerika mee. Vindt u het echt zo mooi? Ikzelf ook
wel. Het is net authentiek, zei de Nederlander. Mooi vakwerk.
Ik had een collectie dream catchers bijeen gespaard toen ik
student was te Leiden. Mijn mooiste stukken waren nog goed
kope namaak. Maar dit lijkt me echt. Een kristallen ring waarin
dat prachtige web hangt om het intiemste wat je in je hebt te
vangen. Goede dromen zowel als kwade dromen. Wij hebben
ze beiden. Mijn dream catchers waren vrij aardige kopieën van
webben uit Chippewa. Die haalde ik in Drenthe. Als student
pakte je daar mee uit bij de meiden. Marilou hield de gek met
hem. Dat was net iets voor haar. Waarom had zij dat stomme
ding om haar nek gehangen? Natuurlijk had ze dat op een of
andere campus buitgemaakt. Toen liepen ze ook zo graag met
druïdenprullaria rond. Onkruidtuintjes en geitenwol. Die van
u mevrouw is er een die je best in een kluis opbergt. Tenzij je
gelooft dat een Indiaanse godin je geluk brengt. Dat vatte Frank
dan wel. De mens blijft op zoek. Naar wat? Naar geluk? Nee.
Naar meer. Altijd maar meer en geen last van buren en van de
fiscus. Altijd maar meer en je zin voor realisme verliezen op je