TWO MOUNTAINS NeoNoir Hi QJ C QJ <3 QJ Het was de kippenbout die me de das om deed. Hij rook vies en smaakte naar iets uit de zee. Dat deed de gepocheerde kwal van een dag eerder ook, maar die had ik doorstaan. De kip niet. Die was gewoon bedorven, maar ja, dat weet je pas als het te laat is. Het kostte me vijf dagen. Niet dat ik doodziek op bed lag. Ik kon goed functioneren, maar moest er wel voor zorgen dat ik altijd in de buurt van een toiletpot was. De angst voor een natte wind was groter dan mijn verlangen naar de Chinese cultuur. De aandrang was acuut en meedogenloos. Ik zal u de details besparen. Evenals de details van de hotelkamer die, afgaande op de vloerbevlekking en het smoezelbehang, vaker qj per uur werd verhuurd dan per nacht. Pas op de vijfde dag waagde ik mij buiten de zelf gekozen gevangenschap. In de hotellobby bevond zich een kleine bar met makkelijke stoelen en - belangrijker - een toilet. Er was uit zicht op de achtbaansweg die langs het hotel liep. De drukte, het verkeerslawaai en de hysterische bedrijvigheid van de Chinezen in en voor het hotel gaven me het plezierige gevoel er weer helemaal bij te horen. Aan de bar zat één gast. Wester ling, misschien wel Nederlander. Verweerd hoofd, de vijftig gepasseerd. Grijze en vettige paardenstaart. Tot op de draad versleten kleding. Bergschoenen met gaten in de neus. Jurist aan lager wal. Misschien accountant. De man keerde zich naar mij toe en begon te praten. "Nederlander?" Ik knikte. "Ik heb het zelden mis. Je ziet aan het uiterlijk van mensen, aan hun houding en aan de manier waarop ze om zich heen qq kijken uit welk land ze komen." Ik ging naast hem aan de bar zitten, noemde mijn naam en bestelde thee voor ons beiden. Ik

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 86