konden we nu genieten van poëzie van Ester Naomi Perquin die nog die middag op het Stadhuis in Rotterdam de Anna Blamanprijs in ontvangst had genomen. "Mag ik een warm applaus." Nu ze die prijs in Rotterdam had binnengehaald was de weg vrij om naar Amsterdam te verhuizen. Het publiek kon die opmerking wel waarderen. Zat er in de zaal misschien een commissielid dat over twee maanden moest gaan meebeslissen over de aanstelling van de nieuwe stadsdichter van Rotterdam? Chapeau! Na 'Schoolreisje' met de geweldige superlatief 'Was ik de kwijtste van de klas?', had Ester de sfeer bepaald. Er werd aan dachtig geluisterd. Het was stil in de kerk. Ester vertelde. Ze zei dat veel van haar gedichten betrekking hebben op angst en met die opmerking bereikte ze precies het juiste effect. Sprekend over verlegenheid en angst voelde je dat ze daar juist nu bovenuit stak en de humor of misschien zelfspot in het gedicht 'Onderzoek' werd begrepen. Ook 'Buurvrouw' werd goed ontvan gen en het korte optreden voor dit gelegenheidspubliek was nu al een succes. Ze kondigde het gedicht 'Gezocht' aan met de mededeling dat er altijd wel een vrijwilliger in de zaal zit. die van mij leert te houden maar onredelijk is en behoorlijk kan slaan, academisch niveau, die dan onverwacht met een kinderwens voor me zal staan. "Ja! Hier!", klonk het krachtig en goed getimed halverwege de kerkgang. Als er nog ergens in de zaal ijs was, dan was het nu ook daar gebroken. Met overtuiging en zelfverzekerd las Ester nog enkele gedichten, waarna ze onder een stormachtig ap plaus het toneel afdaalde. Conor O'Brien besteeg het. Hij begon a capella en begeleidde zichzelf halverwege het openingsnum mer op de gitaar. Heel natuurlijk crossten we de border.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2011 | | pagina 12