Wim leerde ik, zoals ik zei, kennen via C. Buddingh'. Hij was
in die tijd pijpenbuiger bij de vliegtuigfabriek van Fokker op
Papendrecht, wat hij tot zijn pensionering bleef. Wel genoot
hij de laatste jaren voor hij met pensioen ging een werkbeurs
van het Fonds voor de Letteren, die hem in staat stelde één dag
per week aan de literatuur te besteden. Als ik in een Fokker
stap, moet ik altijd even aan Wim denken: een kleine, gedron
gen, besnorde man. De rust zelve, nooit zichtbaar opgewon
den, maar altijd met het lot van mensen begaan. Geëngageerde
poëzie was 'in' in die dagen en dat was meteen een verschil met
Buddingh', die vond dat het in de poëzie om de kunst ging
en niet om de boodschap. Wims nuchterheid en droge humor
sloten echter wonderwel aan bij de smaak van Buddingh'. Toen
hij (Buddingh') Jan v.d. Geer, Gerrit de Wolf en ondergeteken
de hielp bij de organisatie van het festival Poëzie in het Mini-
theater, dat plaatsvond in Dordrecht in mei 1969, raadde hij
ons aan om de toen nog nauwelijks bekende Wim de Vries ook
te vragen. 'Hij is een natuurtalent,' aldus Buddingh'. Daar
dachten de subsidiegevers iets anders over. Alle deelnemende
dichters kregen een honorarium van honderdvijftig gulden,
'maar die arbeider hoef je maar vijftig gulden te geven,' aldus
een ambtenaar van culturele zaken.
Dat wij toen al een dichter in Wim zagen, die toevallig ook ar
beider was, mag blijken uit het feit dat hij net als de anderen
zijn honderdvijftig gulden kreeg. Sinds die tijd ontmoette ik
Wim vaker. Op literaire avonden, bij Poetry International, en
bij Kees en Stientje Buddingh' thuis, waar hij als huisvriend
vaak over de vloer kwam. Er ontwikkelde zich een literaire
vriendschap. Wim werkte mee aan het Dordtse tijdschrift
Letteriek, waarvan ik mederedacteur was en hij kwam met enige
regelmaat bij mij thuis. Ook toen hij na zijn pensionering naar
Puttershoek was teruggekeerd. Daar kreeg hij echter geen aan
sluiting meer bij zijn dorpsgenoten en daarom trok hij op zijn
bromfiets vaak naar Dordt, of de polders in ten zuiden van
de stad, waar hij een caravan tot zijn beschikking had om te
kunnen schrijven. Merkwaardigerwijze kwam ik nooit thuis
bij Wim en zijn vrouw, die naar mijn idee weinig op had met
poëzie. Naarmate de tijd verstreek werd Wims thematiek veel-
zijdiger en toont zijn werk hem ook als een goed observator
van de wereld en de natuur om hem heen. Langzamerhand