Dichters zijn de leermeesters van het volk, zo is het altijd ge
weest, maar helaas niet gebleven. En dat spijt mij. Literatuur
zou modellen ter navolging behoren te bieden. De tijd waarin
die gedachte daadwerkelijk zijn maatschappelijk belang toon
de, ligt ver achter ons. Hoelang is het geleden dat een tekst nog
een traditie was? Te lang!
Een tekst biedt zoveel meer dan de tekst alleen, een tekst
kan historische perspectieven bezitten, gebruikt worden voor
onderwijs, opvoeding, hoe leer ik mijn grammatica, teksten
kunnen encyclopedische waarde bezitten, ons vertellen over
allerhande zaken die terecht of onterecht in onbruik zijn
geraakt, enzovoort, enzovoort. Kortom, wil men innoveren dan
zal men moeten weten wat er was.
Deze laatste uitspraak is het uitgangspunt voor deze inleiding
op mijn keuze van 'vijf laaglandse dichters', die ieder op zijn of
haar manier uitdraagt wat mij in de dichtkunst als zinvol en
terecht voor ogen staat.
Laaglandse dichtkunst, bestaat er iets dergelijks. Wat hebben
wij gehad? De Tachtigers, De Vijftigers, De Nieuwe Zakelijk
heid, De Maximalen en De Nieuwe Wilden. Valt er iets te
definiëren ten aanzien van onze laaglandse dichtkunst? Welnu,
geachte lezer, dat lijkt schrijver dezes bijzonder lastig, zo niet
onmogelijk.
De, in mijn ogen, verwording van de oorspronkelijke doelen
van de dichtkunst heeft niet alleen in ons geliefd laagland toe
geslagen, maar in de gehele westerse wereld.
Wat direct opvalt, is dat de verhalende traditie, bedoeld om
verhalen, zeden, gewoonten, gebruiken, eigenaardigheden,
ideeën en gedachten over te brengen is omgezet in een hyper-
individuele benadering van de dichtkunst.
Heden ten dage lijkt het meer de bedoeling om complexe
hoogstpersoonlijke gedachte-exercities te verheffen tot dicht
kunst. Dat is in de ogen van ondergetekende geen verdere ont
wikkeling van de dichtkunst, maar de spreekwoordelijke hond
in de pot. De teloorgang van iets - de dichtkunst - die deze
teloorgang in de verste verte niet verdiend heeft. De hermetici,
de cryptici, de experimentelen verwijt ik dat zij aan de uit-