S
<n
O
O
QQ
a>
-C
Uit alle dingen die blijven
GO Niet de dingen die zijn maar de dingen die blijven
Heb je dit gekozen niet om het even wat maar dit
Of het heeft jou gekozen en zo is het maar net
Stil sta je voor de etalage en je kijkt en alles is mooi
De dinggoden kijken naar je met hun oogjes
Waar veel diep achter zit
De werelden van de goden en welke je kiest
U Die je alles laat zien
Q Vaak veel te veel
2E Van wat je voor je reis nodig hebt
O En wie uitverkoren is om mee te gaan
Dit is de reis die je maken gaat en het antwoord
Ergens ver achter de horizon
Die overigens niet meer maar ook niet minder dan een streep is
"2* Maakt zich op voor een nukkig en langdurig zwijgen
Je weet niets en je opgewektheid is niet van plan
Te wijken
En neuriën doe je toch wel
Want alleen fluiten en fluisteren behoren tot de feilloze klederdrachten
Van angst
q) Dat weet jij en dat weet iedereen
Dan pak je een steen van de straat
En gooit de etalageruit in
je stapt de etalage binnen en je past precies
|Q Door het gat dat je gegooid hebt om kalm plaats te nemen
Tussen de goddingen
Om net als zij gezien te worden