vo O O O cc co CO co LU Klokken roepen op vanuit de kloof ik ga erheen en ga even zitten in de grot met mijn breinaalden en een zilveren bal garen. Ik stof kaneelsuiker van de vleugels af kam het licht weg verwikkeld in het haar. Patroon hartslagen, twee samen, één rechts, één averechts en voeg er naar behoefte één toe. Daarboven zie ik de klokkenluider zijn mond gevuld met kaneelbroodjes. Hij wuift me een zonsondergangkalender toe en wijst op het afnemend licht. Ik knik beleefd naar hem op het ritme van de echo die weerkaatst van de kliffen. Terwijl het geluid wegsterft in de verte brei ik er nog wat naalden bij één rechts, één averechts laat een steek vallen en beklim het zilveren touw om kaneelbroodjes te vlechten van het schemerlicht

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2011 | | pagina 58