Hendrik wijst tegelijk ook op de
Sao Franciscokerk enkele tientallen
meters verderop, een duizelingwek
kende, bijna psychedelische grot
van houtsnijwerk in barokstijl
binnen een gotisch stenen omhul
sel. In het interieur zijn duizenden
uren arbeid gestold tot een immens
kaarsvetachtig monument, een bui
ten de tijd geplaatst en tot stilstand
gekomen waanzinnige woeling. De
verlossing van Sint-Vitus. De tint
van vierhonderd tot zeshonderd
kilo verwerkt bladgoud is in de
loop van enkele eeuwen verworden
tot een droef, geelbruin patina. De
doodse atmosfeer in de ruimte wordt versterkt doordat dit geen
'werkende' kerk meer is, maar een officieel museum, met man
nen in uniform die de deur bewaken.
Van de vele monumentale altaarstukken - waaronder de plas
tisch uitgebeelde slachting van de door de H. Franciscus uitge
zonden martelaren van Marokko - is de 'Boom van Jesse' uit
1718 het bekendst. De Boom, voorstellende de stamboom van
Jezus, is een al sinds de elfde eeuw bekend motief. Hij ont
springt aan het liggende lichaam van Jesse; zijn takken verbin
den twaalf koningen van Juda. Aan de top zien we Jozef, onder
een beeld van de Maagd en het Christuskind. Sint-Anna en
Sint-Joachim, de ouders van Maria, flankeren met vier geleerde
Franciscanen die over de Onbevlekte Ontvangenis hebben
geschreven, het polychrome spektakel.
Christus Koning - dit is het bewijs.
00
Intrigerender is het stijlvreemde beeld dat aan de voet van dit
stuk, onder de liggende Jesse, onderaards dus eigenlijk, in een
vitrine is geplaatst.
Een zoetige Maagd ligt ruggelings en met de handen gevouwen
op een scheepsromp van het type spiegelschip uit de zeven
tiende en achttiende eeuw, geornamenteerd, met uitkragende
kajuitramen in het achterschip en een galjoen aan het voor
schip. Haar lichaam bedekt de hele romp.