De goede dood is misschien de mooiste illusie van allemaal.
Een illusie in het kwadraat. De grote obsceniteit van de dood
overwinnen door de illusoire goede dood is zowel een aan
vaarding van het onvermijdelijke als het symbolisch over
stijgen daarvan.
Op haar in een vitrine van de wereld afgescheiden schip vaart
de Maagd voor en met ons uit! Van alfa naar omega, van niets
naar nergens. Expected Time of Arrival: het uur nul, het oever
loos moment van de eeuwigheid. Nu.
Symbolen hebben, als atomen van zware moleculen, de neiging
zich aan elkaar te plakken tot een steeds complexer geheel. Ze
worden zo zwaar dat ze uiteindelijk een zwart gat vormen waar
de overmaat aan betekenis zichzelf opheft. Alles verwijst uit
eindelijk naar alles en naar zichzelf: deze stille pop op een mo
delboot is niets meer dan dat. Als deze Maagd haar mond open
de zouden we horen wat wij niet willen horen, dan zegt zij wat
zij in haar Oostakkerse gedaante zei, volgens Hugo Claus: 'Ge
nezen zult gij niet'.
Wanneer we onze voorstellingen de vrijheid geven, ze niet in
de vitrines van onze systemen opsluiten, trekken ze ons de
duisternis in of lossen op zonder een spoor achter te laten. Zelfs
het surrealisme kon niet zonder dogma's, om niet weggevaagd
te worden door de overmaat aan betekenis van de paranoïde
schizofrenie - kijk naar de bijna panisch aandoende ijzeren
greep van André Breton: 'Niet alleen kan het wezen van de
mens niet begrepen worden zonder de waanzin, maar dat we
zen wordt evenzeer gekenmerkt door de waanzin als limiet van
zijn vrijheid.'
De vorige aflevering van De juiste verkeerde verbanden, 'De dronken In
diaan' in Ballustrada 24(2010)1/2, 92-99, stond aangekondigd als afleve
ring 9. Bij de op het eerste gezicht bizarre nummering van deze nieuwe
aflevering, de twaalfde, is ermee rekening gehouden dat de twee proto-
afleveringen van de reeks nimmer zijn genummerd of zelfs genoemd als
'juiste verkeerde verbanden'. Het gaat om 'Van mens tot aap' in Ballustrada
18(2004)2, 15-17 en 'Hersenschimmen met pijn' in Ballustrada 18(2004)2,
38-39.