en een bord waarop stond dat ze niet met de auto in het bos mochten komen. Hij liet de motor stationair draaien. Het regende nog steeds en de kasseien weerkaatsten een matte schittering in het fletse licht van de auto. Hij keek opzij naar Ada. "Kom je?" Ze keek terug. Lichtblauwe ogen, scherp contrasterend met haar donkere haar. De dashboardverlichting deed de rest. Hij was alleen met het meest begerenswaardige wezen in de wereld en ze gingen iets doen dat misschien nog niemand ooit voor hen had gedaan. Ze boog haar hoofd naar hem toe en zocht zijn lippen. Ze smaakte zilt. Nieuwe haring met een lente-ui, geserveerd op een zonnig Antwerps terras in mei. Hun tongen kronkelden nat om elkaar heen. De kus als amuse voor het paringsritueel. Hij voelde haar hand op zijn erectie. "Je moet je broek helemaal uittrekken." "Denk je?" "Ik wil het. Ik moet je voelen, zo meteen, als we rijden. Ik heb niets aan onder m'n rok. Thuis al gedaan. Kom." Peto deed wat ze hem opdroeg, strekte zijn benen en trok spijkerbroek en onderbroek in een keer over zijn knieën en enkels. Verdomme. Schoenen nog aan. Ada zag het, strikte ze los en hielp hem met de rest. Het leer van de bestuurders zitplaats voelde koud aan. Hij trok de stoel zover naar achteren dat hij nog net met zijn voeten de pedalen kon aanraken. "Kom." Ada kende het scenario dat ze hadden uitgedacht en ging wijd beens op zijn schoot zitten, haar gezicht naar hem gekeerd. Hij voelde haar vochtigheid en gleed naar binnen. Hun onder lijven waren bewegingloos. Dat moest zo blijven. Ook straks. Ada trok haar truitje omhoog, knoopte zijn overhemd los en drukte haar borsten tegen hem aan. Hij voelde haar tepels en zocht naar een comfortabele houding voor zijn lichaam. Het moest perfect worden. Hij hield één hand aan het stuur. Met zijn andere hand pakte hij haar achterste. Ze kusten. Heviger dan zoeven. God, wat hield hij van haar. "Gaan we?" Geen vraag maar ongeduld. Het idee was van haar. Zijn Vlaam se hoer. Ooit kusmeisje bij de jaarlijkse kermiskoers in haar

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2011 | | pagina 70