plaatje te schieten. En ook een met Elsie en met Rufus zijn vriend. Voor Het Nieuwsblad. Hij voelt met zijn voeten en stoot met zijn knie tegen de dij van zijn buurvrouw. "Pardon," zegt hij. Ze vraagt waar hij mee bezig is. Hij pakt een van de lepels naast zijn bord en probeert er zijn schoenen mee aan te trek ken. Haar sigaret zweeft boven zijn hoofd. "Uw sigaret," zegt hij, "mensen hebben er last van." Iemand tikt op zijn rug. Hij kijkt omhoog, over zijn schouder. Het is de uitgever. Ook van zijn haardos is niet veel meer over. Hij staart naar het vlinder strikje, bedrukt met het beeldmerk van de uitgeverij en de 50 met lauwertakjes. Naast de uitgever staat een vrouw in een lange zwarte jurk, haar kleine borsten half bedekt. "Elsie, Joost, ik wil jullie even voorstellen." Hij gaat staan. Elsie schudt handen, ze kijkt opzij. Ze kijkt naar zijn voeten. "Joost Vuick heeft ons jubileumgeschenk geschreven," zegt de uitgever. "Na het diner wordt het uitgereikt." "Het is een verrassing," zegt hij. "Ik verwacht er veel van," zegt de uitgever. "Helemaal na van morgen." De uitgever knipoogt naar hem. "Hij is zeer getalen teerd." De vrouw glimlacht en zegt 'aangenaam' en 'wat leuk'. De uit gever en de vrouw lopen terug naar hun tafeltje. Hij ziet dat Rufus ze nakijkt, met een vol glas in zijn hand. Hij schuift zijn stoel achteruit en wurmt zijn voeten in zijn schoenen. Elsie sist dat ze zich doodschaamt, dat hij zich belachelijk heeft gemaakt tegenover zijn uitgever en de Staatssecretaris. "Ik schaam me rot," zegt ze. De linker buurvrouw steekt nog een sigaret op. Ze blaast rook in zijn gezicht. "Ik moet even weg," zegt hij. "Het kan niet langer wachten." De uitgever vraagt een moment stilte. Hij loopt voorzichtig tussen de tafeltjes. Zijn schoenen kreu nen. Er zijn weinig mensen die bidden. Sommigen bewegen hun lippen. Een vrouw bestudeert haar pink die ze net uit haar neus heeft gehaald. Bij Rufus blijft hij staan en buigt zich voor over, zijn mond vlak bij zijn oor. Hij knijpt zachtjes in zijn nek. "Ik ben getalenteerd," zegt hij, "zeer getalenteerd." Hij knip oogt naar de man die naast Rufus zit. "Geile man," zegt hij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2011 | | pagina 76