Rufus sist dat hij een smeerlap is.
Hij ontwijkt een elleboog die zijn kant op schiet en loopt naar
de uitgang.
"Smakelijk eten," roept de uitgever.
Bij de garderobe staan de dozen. Hij maakt er een open, pakt
een exemplaar en gaat naar de wc. Hij doet zijn broek naar
beneden, haalt uit zijn binnenzak een pen en slaat de bundel
open. "Voor Rufus," schrijft hij.
"Kunst is behoefte, net als eten
Maar dat van jou is uitgescheten."
Hij glimlacht en veegt zijn gat af.
Als hij weer binnen komt loopt hij achter een rij obers die
balanceren met borden soep.