O
O
a»
a>
T5
C
«a
rc
O
c
Een ochtend -
hij leest het en denkt dan:
jij warhoofd, onmogelijke knoop
in het duivelse heden.
We moeten het huis en het land uit
de buitenlucht wenkt ons.
We hebben teveel niet gehad,
niet gezien,
G# geen plannen op de tafel.
Ons zoekt weer naar ons.
Dus nogmaals:
het land en het huis uit,
we moeten