mat donkergroen en vaal grijs-blauw. Wie hiervan eet; proeft niets sappigs, maar kauwt eindeloos op taaie, vettige dingen. Daaruit lopen giftige sappen met de gekende gevolgen. BAF! Dat schaap is er geweest. Voor mensen zal het eender zijn. Alleen zul len zij in staat zijn om kunstmatig eten te maken, wat zij uiter aard voor zichzelf houden. De dieren worden aan hun lot over gelaten. Langzaamaan sterven ze uit. PAF! BOEF! BOEF! De explosie van hun gemeenschappelijke pikker wordt twee ossen fataal. PLOF! Een vroege vogel, aan het wandelen met zijn ex- hond. Het was een aardig dier, helaas. Niet te veel tranen verspil len, een nieuwe steekkaart uitzoeken en deze keer met langere houdbaarheidsdatum. Zouden er met 'niet goed geld terug'- garantie bestaan? Het afval van de ontplofte beesten wordt niet opgeruimd. Het valt niet op in het gesluierd zicht. De jongeman kijkt rond in de coupé. Mensen zien er slecht uit, asgrauw, de ene al wat meer dan de andere, afhankelijk van het aantal geblakerde punten op de huid. Oneindig veel partikels stof die als ontelbare lenzen werken en de weinige resterende energie uit het licht bun delen in hun kleine maar gemene brandpuntjes, ledereen door loopt er zo onnoemelijk veel per dag. De jongeman bekijkt zijn blote onderarm. Ook hij heeft er al van. De mensen hun ogen hebben een troebele kleur. Er is geen helder wit, geen gedetail leerde pupil. De giftige stoffen hebben zich ook daar in ingevre ten. Wenen is het druppelen van toxisch water. Opgepast voor de blote lichaamsdelen én kleren! Mensen moeten dagelijks drup pels in hun ogen doen om te neutraliseren. De jongeman sluit de zijne, hij is moe. Moe zijn is een moderne ziekte. Altijd maar moe, moe, moe. Omdat altijd maar moet, moet, moet. Geen tijd meer om stil te staan bij de waarde van iets. Gewoon aanvangen en als het kan afwerken. Het resultaat? Als het zover is zien we wel of het het gewenste is. De jongeman kijkt weer even op. Hij ziet de andere passagiers praten. De bewegingen der monden zijn hetzelfde gebleven maar de luidheid klopt niet, alles klinkt ge dempt, zoals een feest bij de buren. De hogere frequenties wor den nog amper gehoord. Alweer dat stof? De jongeman werpt een blik op de blote benen van het meisje dat tegenover hem zit. Dan kijkt hij op naar haar gezicht. Zij draagt een bruine zonne bril. Net als hij, al is de zijne een groene. De jongeman maakt zich klaar om tegen het meisje te beginnen praten want ze ziet er cool uit, en daarom neemt hij ook zijn oordopjes uit.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 25