kunt een vervaarlijke consonant omzeilen. Later blijkt dat er nog heel wat Nederlandse immigranten in de zaal zitten die het gedicht hebben verstaan. Er volgen meer sprekers: collega's van de krant en een bijdrage van de Celebrant die een gedicht voordraagt van Bert. Mooi gedicht! Strange Horizon. Een typisch immigranten-vers. De Powerpoint-presentatie start. Foto's van Bert, van zijn jeugd tot aan heden. Ja, daar zit ik dan: achterop de fiets, op Berts schoot in Vaders fauteuil, achterop de Kreidler-brommer. De zaal stoot ach en wee's uit. It must be terrible for you to be here, schiet het door mij heen en knijp in de frêle hand van L. Een getalenteerd balletdanseres die haar carrière bruut zag eindigen omdat een of andere debiel, zo maar, out of the blue, een kogel in haar heup schiet. Ik huil. Ik huil zachtjes. Achter dit wenen zit een grote prop emotie. Ik verkies deze nog even te laten zitten. Bang als ik ben deze Prop te laten knallen. Hij blijft steken in mijn keel, net als Berts tumor in zijn slokdarm. We eindigen met een grote foto van Bert. The Celebrant vraagt een ieder op te staan en Bert een applaus te geven. Hij wel! Ik vlieg van mijn stoel en begin te klappen, zoals afgesproken. Iedereen volgt. Ik klap ook een beetje voor mezelf. Ja, een warm handgeklap vult de zaal voor zeker vijf minuten. Ik klap en denk aan mijn Broer die ik slechts ken van het oproepen van zijn Geest. Dan word ik even woest op dat ventje: zoveel vragen die hij onbeantwoord achterlaat, zoveel tijd die we niet hebben gedeeld...zoveel afstand tussen ons en nu is hij dood. Weg! Ik kan niet meer denken: wat zou Bert hier van denken? Hij woont niet meer aan de andere kant van de wereld. Hij zweeft hier en daar wat rond. Dit was het wel, denk ik, en vlucht naar buiten om een peuk te roken. Buiten ben ik niet alleen. Veel mensen vinden mij een bezienswaardigheid. Ik rook drie peuken achter elkaar en weet zeker dat ik na de dienst naar de kroeg ga. Ja, vandaag mag ik drinken, spreek ik tot mezelf en wandel terug naar binnen om mij over te leveren aan de condoleances. Er is geen drank te verkrijgen. L. is het middelpunt van de belangstelling. Tot mensen mij opmerken en er een heuse queue ontstaat. Mens na mens, tronie na tronie, stelt zich aan mij voor. Lippen lispelen dat ik mij vooral moet realiseren dat mijn Broer werd gerespecteerd in de gemeen schap, dat hij voor een ieder altijd klaar stond...geen jongen van 'nine to five', dat ze hem nooit zullen vergeten, en hij voor altijd in hun harten voortleeft. Good for you, denk ik. Het zal wel. Ik heb geen enkele behoefte dit allemaal aan te horen, snappen jullie! Nee, dat snappen jullie niet. Ik sta hier voor jullie, zodat jullie je geweten

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 32