a» Ik mis ieder geduld voor mediocriteit. Als OC ouder wordende lezer ben ik in alle opzichten veeleisender geworden. Jozef Deleu, Een beetje Columbus zijn Eerst dacht ik een aantal gedichten van Vlaamse dichters te verzamelen en te presenteren die een Zeeuwse connotatie ver tonen. Maar helaas, heel weinig Vlaamse dichters lieten zich inspireren door het Zeeuwse licht. Of lees het bijzondere themanummer van Ballustrada (Vlissingen: ADZ, maart 1992) met onder meer 'Het geheim van het Zeeuwse licht' van Rinus Ferdinandusse. Daarom koos ik uiteindelijk voor een tiental ^*4. gedichten van mijn geliefde dichters die in Nederland ten on- rechte vergeten of onbekend zijn gebleven. Vanaf de zeven- tiende eeuw tot heden. Ik vang aan met Michiel de Swaen (het rijmt al) die geboren werd te Duinkerke op 20 januari 1654. Veertig jaar later verscheen zijn berijmde vertaling Den Cid van ■■J de Franse schrijver Corneille. Deze heelmeester (arts) schreef treurspelen en kluchten en ook veel zedige rijmwerken. Veel ging helaas verloren, maar hier volgt zijn gedicht 'De dood': «O O O» V CN Gaat, wijzen, gaat! Doorleest, doorsnuffelt uwe blaren! Gaat, helden! Vorsten, gaat! Verzamelt uwe scharen, Bezet uw trotse woonst met torens, wal en gracht, Verzekert poort en deur, verdubbelt uwe wacht! Doet alles wat gij kunt om tegenweer te bieden: Gij zult toch nimmermeer uw vijandin ontvlieden. En nu maken we een sprong naar de negentiende eeuw om te belanden bij Hugo Nestor Verriest (let op die mooie tweede voornaam) die geboren werd in het West-Vlaamse dorpje Deer- U lijk in 1840 en stierf als rooms priester in Ingooigem in 1922. Ik C kies hier voor Hugo Verriest omdat het toch niet altijd Guido Gezelle moet zijn en in de bloemlezing De dunne Komrij E (Amsterdam: Bert Bakker, 2005) staat niet één gedicht van deze dichter en causeur te lezen. Zelfs niet in de beruchte Komrij van 2004, waar wel Albert Verwey en Jan en Cornelis Veth te vinden zijn. En ook Marita Mathijsen in 'Tien zogenaamde gesprekken met negentiende-eeuwse schrijvers' of haar boek

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 44