m
De geest van de dichter (Amsterdam: Querido, 1990) heeft niet de
minste aandacht voor deze Hugo Verriest. Daarom dit hier nog
zeer leesbare gedicht 'Bij het kasteel te Rumbeke':
De boomen stonden pal en stil, en dronken, looverlavend,
met open lippen in de lucht, 't verkoelen van den avend.
't Zijn linden wijdgetakt, die staan in breede halve ronde;
hun groene kleed van breede blaan hong slepende ten gronde
en strekte tot aan 't water, dat, van d'heete zon nog smachtend,
daar droomend in de schaduw lag, naar frissche winden
wachtend.
't Lag stille rustend, maar ontwekt, en, monkelend, het streelde,
vol liefde in 't diepe spieg'lend hert, de hooge lindebeelden.
En de avend duurde. Onmerkbaar rees het zwijgend, zwijgend
donker,
Met koeler lucht en zwarten nacht en helder stergeflonker.
De linden schenen bij het oud kasteel getrouw te waken.-
In 't water diep, en boven hoog, zag ik de sterren blaken.
De derde dichter Arnold Sauwen van mijn kleine bloemlezing is
geen Vlaming, maar een Limburger die geboren werd te Stokkem
Arnold Sauwen