waardoor zijn werk jammer genoeg vooral op de leek nogal eens rommelig overkwam. Maar dat was, ruwweg gezegd, niet zijn grootste zorg. Iedere drie maanden moest hij werk inleveren bij de BKR, de regeling voor kunstenaars, waarbij een commissie het werk beoordeelde en besliste over de aankoop ervan. De gedachte er achter was dat kunstenaars op die manier werden gestimuleerd om kunst te maken om in hun onderhoud te voorzien. Het was de bedoeling dat het ingeleverde werk in overheidsgebouwen kwam te hangen. Jurre leefde er twee maanden en drie weken lekker van. Pas als de fatale datum naderde kwam hij in actie. Hij klodderde in dikke lagen een aantal doekjes vol met een zo goedkoop moge lijk verfje en verwerkte in die prut plastic poppetjes met ver baasde gezichtjes. Of zij er wat aan konden doen dat hij ge schift was. Die leverde hij dan in, vaak nog nat. En ontstak dan in een razende woede als zijn werk werd afge wezen. Na een vlammend protest, waarvoor hij zich persoonlijk per fiets naar Middelburg spoedde om de commissie de huid vol te schelden kreeg hij het meestal voor elkaar dat de voor hem ongunstige beslissing werd teruggedraaid. De doekjes met plastic prutpoppetjes verdwenen in de kelders bij de rest van de rommel waar geen zinnig mens raad mee wist. Kunstterroristen, noemde Jurre de commissieleden. Achterlijke Zeeuwen met bewustzijnsvernauwing die meenden dat kunst toegankelijk moest zijn voor iedere Jan Lui. Dat gold, volgens hem, dan misschien voor de bourgeoisartiest, maar dit plebe jische dogma was door de werkelijke kunstenaar allang naar de stortplaats verwezen. Andy wist niets van kunst. Maar veel van hasj. Ik stelde voor om contact op te nemen met Jurre. Een aanbod dat hij met vreugde accepteerde. En dus reden we op een avond in een busje dat ik van een vriend had geleend de polder in. Ik was net zeventien en had geen rijbewijs, maar reed toch regelmatig auto. Om het alvast te leren. Daar had Andy geen problemen mee. Het soleren langs de randen van de wet was hem wel toevertrouwd. Het betrof meer

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 60