wat te komen drinken en was zo enthousiast over de bevolking dat hij zich hier blijvend wilde vestigen. Nu werd er roet in zijn eten gegooid. Hij vervloekte Amerika en zijn president, die hij beschuldigde van oorlogsmisdaden. "Ze hebben nog niet genoeg doden," zei hij bitter. "Er dreigt zeker een overschot aan lijkkisten." Hij vroeg zich af wat hij het beste kon doen zonder ons ook in de problemen te brengen. Het is niet strafbaar om iemand in huis te hebben, maar wel als je weet wat zijn of haar achter gronden zijn en als je weet dat die persoon wordt gezocht. Je bent dan verplicht om hem of haar aan te geven. De wet houdt zich bezig met feiten, niet met gevoelens. "Fuck Amerika," zei ik. "Je blijft gewoon bij ons. Als ze komen vinden we er wel wat op. We gaan eerst carnaval vieren." Maar Andy maakte zich zorgen. Hij had al twee keer gepro beerd nieuwe cheques te krijgen om geld van zijn rekening te halen, maar op de een of andere vreemde manier scheen dat maar niet voor elkaar te komen. Hij dacht dat Nederland en Amerika daar misschien afspraken over hadden gemaakt, zodat hij kon worden opgepakt wegens landloperij. In Amerika haal den ze zulke streken in ieder geval wel uit, foeterde hij. "Het zou me niet verbazen," zei ik. We spraken af dat hij in ieder geval tot na de carnaval bij ons zou blijven. Ik kon dat doen omdat ik via geheime lokale kanalen had gehoord dat een van de bouwers aan de wagens bij de politie werkte. Natuurlijk wist die van Andy. Ook waar hij zat. Maar hij vertelde, hard genoeg dat iedereen het kon horen, dat ze niet van plan waren om zich voor of tijdens het carnaval druk te maken om een weggelopen Amerikaan. Ze hadden meer aan hun hoofd. Als het nou om een oorlogsmisdadiger of een levensgevaarlijke crimineel ging was het wat anders. Maar voor iemand die weigerde om andere mensen dood te schieten omdat zijn president dat zo graag wilde konden ze wel begrip opbrengen. Dat ze tevens rekening hielden met mijn moeder was vanzelf sprekend. Ze riskeerden een volkswoede als ze dat niet deden. Andy fleurde op toen hij dit hoorde. "I love your country," zei hij ontroerd. "And I love your people. Ik knikte. Amerikanen houden van iedereen," zei ik. Maar o wee als je het niet met hen eens bent."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 67