E o Of u wn 00 Ook deze straten opgegeven door de stad, veel huizen al blind en achtergelaten, huisraad buiten. Zij had er wel woorden voor: porselein, zei ze, dof en craquelé, ooit gaaf, doorschijnend, dierbaar. Goed nog voor wie bleven en vergaten, als plek ook voor één nacht, een kort heftig samen. We keken nog eens om. Zon scheen op de laatste ramen. Een man stond in gedachten bij een bushok zonder ruiten. Tijd schuift hier onder de dagen door, zei ze, onmerkbaar bijna, als inroestend verdriet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 82