O rs KI lo Een dag in het voorjaar. Er was Antwerpen, er was haven in de buurt, in de lucht hing er levensadem. Een dag in het voorjaar: je had je winterjas nog aan, je hoge schoenen. Wellicht ben jij de enige die zich die dag, dit uur, die eenzelvige minuut aan lichtinval herinnert. Het had al wat moeten schemeren maar licht wou, op dat uur van de dag, nablijven: om een minuut lang nog wat langer licht te zijn. Middenin het luttele, met je winterjas nog aan, omsingeld door een met zijn levensadem, je helemaal vrij makende lichtinval. Zo moet ooit ook de eerste dag geweest zijn - als die er was. Een lichtinval zo uniek, dat het zich alleen maar daar kon voordoen, in de buurt van een haven, in de gedaante van een K™ minuut. Van nauwelijks die luttele minuut. LU QJ Je praatte in jezelf: heel je innerlijkheid gaf je met dat praten aan het licht prijs en op die wijze gaf het licht zich prijs in jou. O LU Ja, hoezeer er ook een einde kwam aan die dag, aan dat voorjaar - de herinnering eraan blijft na: zittend op een bank Qj knoopte je je winterjas open, reeg je de veters van je hoge Q schoenen los. LU Het was de eerste dag - de illusie ervan. Toch was er levensadem in de buurt, was er haven. WO

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 52