O
wo
00
in
QJ
Mijn stad heeft iets van alle steden.
In het concertgebouw komen
de mooiste stemmen thuis terwijl
buiten ketchup tegen de muren kleeft.
Je eet en je slaapt, je vergaloppeert je
in de parken. Je noteert het gonzen
en het huilen. Van elke leeftijd
is de mens die jou op de trappen
van het station net niet weet
aan te raken. Op elke rotonde
breekt een beeld de hemel open.
In de glasbol sterft het gerinkel.
Mijn stad heeft iets van alle steden.
Wie het hier - liggend tussen laagland
en polder - over het sublieme heeft zal niet
zwijgen over wat neerligt in de straten.
q Er zal neergang zijn en verblijding!
Het bloed zal ruisen. Dozen doe je dicht,
boeken sla je open. Wie hier wil wonen
QË zoekt geen reden om hier te blijven.