VERLEDEN, HEDEN, TOEKOMST C O Naast je ligt Ilse opgerold aan de rand van het bed. Enkel haar QJ blauwzwarte piekhaar steekt boven de donsdeken uit. Daarnet sloop ze je slaapkamer binnen met een geur van sigaretten en drank om haar heen. Je hield je slapende en keek met één oog naar de wekker. Drie na twee. Wanneer ze in bed stapte ver- oorzaakte haar lichte gewicht amper enige deining. Traag en behoedzaam trok ze de lakens over zich heen en half opgericht aarzelde ze even boven jou. Wilde ze je een kus op het voor hoofd drukken? Dan zocht ze de uithoek van het bed op en krulde in een bolletje, zo ver mogelijk van je weg. Al na enkele minuten hoorde je haar gelijkmatige ademhaling. Ze sliep. De psycholoog die je enkele keren consulteerde, zei je dat je niet slapeloos in bed mocht blijven liggen. Iets met conditio nering. Beter de cirkel doorbreken en uit je bed stappen. Dat doe je. Op de tast ga je de trap naar beneden. In boxershort door je huis wandelen 's nachts, op een of andere gekke manier is het spannend. Alsof er grootse dingen zouden kunnen ge beuren. Door het venster van je voordeur schijnt het gelige licht van de straatlantaarns. In deze stad is het nooit nacht. Je ijsbeert door je woonkamer, kijkt naar de muur waar Carolines boekenkast had gestaan, naar de hoek waar haar bureau had gestaan. Je schenkt jezelf geen whisky in. Je zet een kop thee en kruipt terug naast Ilse in bed. Je valt in slaap. Psychologen hebben altijd gelijk. Ilse draait zich naar je toe. "Je snurkte vannacht." Je glimlacht. "Ben je uit geweest gisteren?" "Ik werd gek in mijn huis zonder de kinderen," zegt ze. "Dus ben ik naar jou gekomen." Ze strijkt met haar handen over de contouren van je wang en je kin, speelt met haar vingers in je haren. Haar gezicht is dicht bij het jouwe, haar ogen afwezig.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 87