procédé als dat van de bijbelse gelijkenis en, op een fundamen
teler niveau, van de Mythe. De Mythe verklaart de wereld op
een niet al te letterlijke en eenduidige wijze. Er is geen dogma,
geen direct belang van de verteller anders dan dat u beslist
zijn boek moet kopen. Daarin verschilt hij misschien niet
van de politicus, maar de verteller is tenminste open over zijn
leugenachtigheid.
Iedereen kan de 'waarheid' van het verhaal vrij vertalen naar
zijn particuliere systeem. Als tweede en laatste voorbeeld nog
een vertelling uit Een ramp van 5000 tekens: 'De presentatie'.
Deze speelt zich af in een setting die Wenen kan zijn, in een
periode vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Maar de kelner die
in de zaal rondgaat heet Eichmann; en plots duikt daar ook de
crimineel Doe Riedenscheider op, uit de film Asphalt Jungle van
John Huston (1950) naar het boek van William Burnett.
Een jongetje aan de hand van een gevulde theosofische dame
blijkt een beslissende rol in het verhaal te spelen. Ik had dit
personage min of meer bedoeld als belichaming van de aan
stormende, gewelddadige twintigste eeuw. Bespreker Marcel
Orie meende in hem echter de jeugdige Adolf Hitier te zien.
Een dergelijke voortgaande fictionalisering, met een uitkomst
die op de een of andere manier toch óók waar is, toont op
nieuw het miraculeuze karakter van de vertelkunst die net iets
meer wil zijn dan vermaak.
1 jan J.B. Kuipers, Een ramp van 5000 tekens. Dordrecht: Uitgeverij Liverse
(www.liverse.nl), ISBN 978-90-76982-92-2, 15,-.