's Avonds werden we uitgenodigd Canadese witte wijn van Pelee Island te komen drinken met het Canadees/Griekse paar dat vaak de weekenden doorbracht in de cabin in een hoek van de ruime tuin van Fred. We zouden de volgende nacht in die cabin doorbrengen, zo besloten we bij het gezamenlijk ontbijt na een nacht in een bedompt kamertje met allerlei zelf geknut selde kleedjes, pannenlappen en andere prullaria. Ze nodigden ons uit om aan het eind van ons verblijf in Nova Scotia toch vooral in Halifax langs te komen. Het deed denken aan kam- peerervaringen in de jaren zestig. "Did you sleep well," vroeg Fred met een verdacht trekje rond z'n mond bij het volgende ontbijt waar Philippe, een jonge Fransman uit Mulhouse, ontbrak omdat hij eerst nog even een rondje met zijn huurauto was gaan toeren. We waren die nacht door het ijzeren ledikant gezakt en ik ver moedde dat dat ongemak een vast onderdeel was van de pret in de cabin, waar de voorgaande logés ons niet voor hadden gewaarschuwd maar afscheid van ons hadden genomen met een soortgelijk trekje. "And how is mrs. Arenburg this morning?" vroegen we geïnte resseerd? "Not well, unfortunately." Fred sprak geregeld over haar, maar net als de andere gasten zouden ook wij haar niet te zien krijgen. Ze was ernstig ziek en zou binnen een jaar over lijden. Lois en Fred waren bijna vijftig jaar getrouwd. In Broadcaster, Canada's communication magazine, las ik dat Frederick William Arenburg als 16-jarige jongeman op de fiets de Chronicle Herald rondbracht. Maar ook dat Fred served overseas in the Canadian Armed Forces from 1942-1946 en vanaf 1948 naast een full-time baan bij de Herald ging werken voor de radio. Samen met Lois werd hij eigenaar van een radiostation en maakte carrière als presentator. Hij was zijn hele leven een man van het nieuws gebleven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 18