terende water./ Zie hoe het schittert, het schitterspreekt, schit- tertrompettert in de lucht/ in de donzige gonzige fijne satijne lucht Maar een bijna religieuze historisch materialistische geloofs belijdenis, waarin Marx met 'gij' wordt aangesproken. Alles in een gedragen taal, bijna een gebed. En nog zo'n voorbeeld uit De Arbeidersraad: Die Arbeidersraden dooden 't kapitaal, De laatste vorme van de tirannie, En stichten het rijk van de harmonie Der vrijheid, aller menschen: één kristal. Die Arbeidersraden maken tot één zon De menschheid, allen samen, straal naast straal, Die Arbeidersraden maken haar één bron Van menschen, even machtig, wel naast wel. Die Arbeidersraden maken één kristal Van de geheele menschheid, straal naast straal. Die Arbeidersraden maken ze tot één vuur, Alle samen beheerschend de natuur. Die Arbeidersraden zijn daarvan de zaden, Die daartoe opwassen, door hunne daden. Het woord arbeidersraden werkt hier bijna als een mantra. Dit gedicht noemt de belangrijkste elementen waaruit geschiede nisbeschouwingen als marxisme en communisme zijn opge bouwd en brengt die onder in een ideaalbeeld. Mijn oog valt bij het lezen ook op een inmiddels verkommerd germanisme als 'opwassen', dat hier de kracht heeft van een vitaal beeld. Abraham Eliazer van Collem (1858-1933), weliswaar een leef tijdgenoot van Gorter, maar een man met een totaal andere achtergrond. Hij werd in de Rotterdamse jodenhoek geboren, kreeg geen kans om te studeren en stond al jong aan het hoofd van een familiebedrijf in textiel. En hoewel hij zijn beroep ernstig opvatte, lag zijn hart niet bij de handel en industrie in confectie. Hij ontwikkelde zich als autodidact, las wat hij lezen kon en werd daarbij sterk aangetrokken door de veranderingen in de jaren tachtig op het gebied van literatuur en beeldende

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 38