Margot (Grietje) Vos (1891-1985) was het derde kind in een
gezin van tien kinderen. Vader en moeder waren beiden werk
zaam in het basisonderwijs. Moeder Vos was zelfs de eerste
vrouwelijke onderwijzeres die in Nederland werd aangesteld.
Margot haalde in 1910 haar akte. Zij verloofde zich met, hoe
kan het ook anders, een onderwijzer, Jan Hilvers, evenals haar
vader actief lid van de SDAP. Deze Hilvers moedigde haar ont
wikkeling tot sociaal-democrate o.a. aan door haar regelmatig
van boeken en kranten te voorzien. Zo raakte zij bijvoorbeeld
geabonneerd op De Proletarische Vrouw. In 1913 verscheen van
haar een boek met sprookjesachtige vertellingen voor kinderen
Guldenblauw. Daarnaast schreef zij door de natuur en de socia
listische gedachte ingegeven verzen, die zij publiceerde in
kranten, tijdschriften en vakbondsbladen. Na hun huwelijk
woonde het echtpaar Hilvers-Vos achtereenvolgens in Sloten,
Leeuwarden, Erica en later Hengelo, waar hun huis een tref
punt voor geestverwanten als A.M. de Jong, Koos Vorrink en
Frank van der Goes werd. In deze tijd brak voor Margot een
vruchtbare periode aan, waarin zij niet alleen zes dichtbundels
publiceerde, maar ook schreef voor talrijke, vooral socialisti
sche bladen. Haar eerste bundel, De nieuwe lent, was een groot
succes. Als dichter van simpel natuurgeluk en van de klassen
strijd in de traditie van C.S. Adama van Scheltema vond zij een
warm onthaal. Laatstgenoemde schreef een voorwoord in de
bundel en noemde haar een 'waarachtig muzenkind', een 'zin
gend hart'. De volgende bundel De dienende maagd verhoogde
haar populariteit en volgens enkele recensenten verdiende deze
bundel een plaats onmiddellijk naast het werk van Henriette
Roland Holst. Feller van toon en duidelijker gericht op de ver
heerlijking van de socialistische gedachte was vervolgens Vlam
mende verten. Er volgden nog drie bundels met natuurlyriek.
Een aantal gedichten van Margot Vos werd op muziek gezet.
Bovendien schreef zij teksten voor spreekkoren en meer dan
tachtig teksten voor grotere en kleinere koorwerken. Toen er in
1932 een scheuring in de SDAP plaatsvond en er een meer links
gerichte partij, de Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP),
ontstond, traden Margot Vos en haar man toe tot deze partij,
die zij overigens twee jaar later weer verlieten. Inmiddels had
dit lidmaatschap Hilvers zijn baan als onderwijzer gekost, hij
werd vroegtijdig gepensioneerd. Zo strak behoudend onder