Als gevolg van hun verschillende geaardheid en ambitie ont stond er geleidelijk echter verwijdering tussen beide dichters. Van Vollenhoven, als proletarisch dichter, verweet De Vries dat hij steeds minder opkwam voor de belangen van de arbeider en steeds meer aanhurkte tegen het poëtisch establishment. Dat werd vooral later ook wel duidelijk in de De Vries' bundel Bekentenissen van een vervlogen liefdeleven (1989). Zijn ontmoe ting met de Dordtse dichter Cees Buddingh is op hem van grote invloed geweest. Buddingh hielp bij het publiceren van de bundel: Van 8 tot 5 en zorgde via via voor een optreden van De Vries op Poetry International. Halverwege de jaren tachtig ging De Vries terug naar Kassei, waar hij zware dwangarbeid had moeten verrichten. Dit leidde tot de tweetalige bundel: Terug naar Kassei. De ballade van de waanzin Zuriick nach Kassei. Die Ballade vom Wahnsinn. De laatste jaren voor zijn pensioen ontving hij een beurs van het Fonds voor de Letteren, die hem in staat stelde om zich één dag per week aan de literatuur te wijden. Zijn terugkeer naar Puttershoek liep uit op een teleur stelling, zijn vrouw overleed er in 1992 en hij kort erna. Martin Mooy van Poetry International gaf na het overlijden van De Vries samen met Jan Koonings een bloemlezing van het werk van Wim de Vries uit: En hou me levend met het woord. Pierre van Vollenhoven werd in Haarlem geboren. Zijn vader, naaste familie van dé Pieter, was een vermogend vastgoedbezit- ter. Zijn moeder was afkomstig uit de arbeidersklasse. Als kind moest Pierre, zeer tegen zijn zin, achterstallige huur ophalen bij arme huurders. Liever dan naar de gegoede Bloemendaalse school te gaan leerde hij bij zijn grootvader van moeders kant beitels slijpen. Toen de oorlog uitbrak trad hij aan bij de Binnenlandse Strijdkrachten en deed hij verzetswerk. Na de oorlog vocht hij als dienstplichtig soldaat in Indonesië, vertrok daarop naar Australië en Nieuw-Zeeland en ging in de jaren vijftig in Rotterdam als bouwvakker aan de slag. De van zijn vader geërfde sommen geld gaf hij weg aan zijn familie. Hij was inmiddels begonnen gedichten te schrijven. In 1972 debu teerde Van Vollenhoven met de bundel M'n woord een wapen tot jfJÊ verweer, Gedichten uit de arbeidswereld met vijftien gedichten van hem en dertien van De Vries (zie boven). Achterin de bundel is nog een deel van hun correspondentie opgenomen. "Waarde

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 54