z co co De overbekende zwerftocht dus, op zoek naar licht en geluid. En eventueel een warm lichaam. Dat was eens een avontuur, nu alleen nog maar een gewoonte waar hij niet meer in gelooft. Er bestaat geen avontuur meer. Er is geen uitweg. Die gedachte vult hem met vermoeidheid. Het sombere gevoel dat hem de laatste jaren steeds vertrouwder is geworden, is nu intens aanwezig. Een zwart gat dat allesomvattend lijkt. Hij gaat op een van de bankjes zitten, zich realiserend dat hij naar huis zou moeten gaan, zijn kater zou moeten wegslapen, maar het duistere gevoel verlamt hem meer dan het ooit eerder deed. Hij voelt zich moegestreden, niet meer in staat zich tegen zijn depressies en nihilisme te verzetten. Alsof de eenzame vrouw die hij die nacht ontmoette zijn laatste weerstand heeft gebroken. Vroeger zou het voorval hem hebben vermaakt. Een dronken vrouw die zich aan hem vastklampte. Ja, dat zou hem de illusie hebben gegeven voor anderen van nut te zijn. Maar nu is hij niet in staat dergelijke flauwe spelletjes met zichzelf te spelen. Hij weet niet eens waar ze gebleven is; herinnert zich alleen de zwarte depressie die in hem opwelde, de tegenzin, de zelfverachting. Pas wanneer er iemand naast hem op het bankje komt zitten, opent hij zijn ogen weer. Het is een vrouw, met blonde, bijna witte haren. Ja, denkt hij, wanneer haar lichtblauwe ogen de zijne ont moeten, het is mei, lente, al die zwarte gedachten hebben geen enkele zin. En dan biedt hij haar een kop koffie aan. Ze glimlacht, stelt zich voor ais Lusie, en staat dan op. Goed, zegt ze, laten we naar jouw flat gaan. O c_ O <3 <3 C O» O) QJ O CM CO

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 34