cd SCHOOL
s
K3
K5
Hij sloeg de voordeur achter zich dicht, de bruinieren schooltas
5^ met een paar boterhammen, snoep en wat te drinken in zijn
r-S- r\ rechterhand. Stevig drukte hij zijn pas gewassen vingers rond
het vette handvat.
Zou hij nou werkelijk naar school gaan? De weersomstandig-
heden waren van dien aard dat hij weer zou gaan zitten zweten.
C Zijn handpalmen zouden weer aan de schoolschriften kleven.
(S De leraar zou weer met halfopen overhemd voorin de klas wezen-
loos achter zijn bureau naar buiten gaan zitten kijken. Het liefst
zou hij ons vrij geven. Dan kon hij naar de bossen of het strand
fg of achterin zijn tuin gaan zitten op een stretcher met een para-
sol en koud bier naast zich.
Ze zouden hem missen. Een leerling zou naar zijn huis ge
stuurd worden en zijn moeder zou alleen maar kunnen zeggen
dat hij met keurig gekamde haren vanmorgen is vertrokken om
naar school te gaan. Ze zou zich ongerust maken, ongelofelijk
snel haar jas aantrekken en hem met angst in haar hart gaan
zoeken. Een hele dag zou zij zoeken en hem maar niet kunnen
vinden, omdat hij diep de bossen in zou gaan en hoog in de
brandtoren zou gaan zitten kijken naar het meertje in de diepte,
waar de herten en wilde zwijnen uit zouden komen drinken.
-öjT Nee, toch maar niet. Hij gaf een trap tegen een leeg sigaretten
pakje, blies een lieveheersbeestje van zijn mouw en was al op
weg. Hij hoorde de bel al.
fSjLi IV
si m
4S
'O
"3 05 'I