Weg zon, weg horizon, daar komt de nacht. De nacht is geen vriend, maar een onverlaat die urenlang zijn sleetse lijkbaar door kale donkere gangen sleept. De nacht is acteur in een zelfgeschreven drama van overspel en massagraf, van schuld en onschuld. De nacht kust als een hoer met smetvrees. De nacht maakt sterven hartverscheurend. De nacht maakt, keer op keer, onweer in mijn hoofd. De nacht loopt langzaam ten einde en ontdoet zich van zijn kille verenkleed. Laat mij, voor even.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 59