zijn studententijd had hij ervaring opgedaan bij klusbedrijf De Handige Hand, een eenmansbedrijfje van een vijftiger die zich Willem Wortel noemde. Toen het werk aan zijn scriptie School gebouwen in Nederland, vanaf de 17eeuw tot heden vastliep en hij zich daarna door steeds weer nieuwe, zo goed als dode dagen heen moest worstelen, had hij de sprong gewaagd naar een bestaan als huisschilder. Hij kocht een tweedehands ladder, twee Festo schuurmachines, een dozijn kwaliteitskwasten van het merk Goudhaantje, een jerrycan gekookte lijnolie, plamuurmessen, verfkrabbers, fles sen terpentijn, een gasbrander, een verfföhn en een scheeps lading schuurpapier. Hij liet zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel, leende als het nodig was een rolsteiger bij Willem Wortel en folderde af en toe in een wijk, waarvan hij vermoed de dat de bewoners hun handen nooit vuilmaakten. Dat had hem tot nu toe een stroom van overzichtelijke karweitjes opge leverd. Oude Haven was eigenlijk zijn eerste grote project. Het kolossale pand - twaalf kamers, vier gangen, twee parallelle daken - moest in drie weken tijd vanbinnen en vanbuiten ge schilderd worden. De opdrachtgever, een huisarts, een vage kennis van een ken nis, was met zijn gezin op vakantie naar Marokko. Vanwege de tijdsdruk had Raf Hugo ingeschakeld, die hij van de universiteit kende en op wie hij al eerder een beroep had gedaan. Hij be sefte dat hij deze opdracht verkloot had. Het eindbedrag op zijn offerte had het dubbele moeten zijn. En in drie weken tijd kon hij de klus onmogelijk klaren. Toen de arts halverwege zijn vakantie vanwege een sterfgeval in de familie een donker kostuum kwam ophalen, had Raf hem op zijn verkeerde inschatting van werkuren en kosten gewezen. De reactie van de man was kort geweest: "Contract is contract, we hebben allebei bij ons volle verstand onze handtekeningen gezet." "Ik mag contractueel 10% voor meerwerk rekenen," had hij nog aarzelend gereageerd. "Doe dat dan, als je de uren kunt verantwoorden, maar verder krijg je geen euro extra." Raf parkeerde de Renault op de brede, lege oprit voor het huis. Toen hij uitstapte bleef hij even stokstijf staan, strekte zijn rug en liet zijn hoofd achterover zakken. Een soort aangename

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 74