hoewel ik bij nader inzien, als ik mijn sigaret achteloos in mijn
rechter mondhoek liet hangen, ook wel iets weg had van de
Marlboro Man. En dat beviel me wel. De wereld was toen nog
één grote gelegaliseerde rookwolk en Chief Whip lag nog op
ieders lip, dus ik had er in het geheel geen moeite mee om zijn
logo te jatten.
Even nog heb ik daar overwogen om mijn wollen truitje in
te ruilen voor een stoer geruit katoenen overhemd. Maar dat
vond ik weer té Amerikaans. Bovendien leek ik met zo'n ge
blokt hemd op een vakbondsman en dat moet je helemaal niet
willen.
Die zaterdag hielpen mijn drie zussen me met sjorren en
duwen tot alles op zijn plek zat. Nou ja, op zijn plek. Ik had het
gevoel dat de oorspronkelijke bedoeling van de Schepper enigs
zins geweld was aangedaan. In de minimale ruimte tussen
broek en buikwand maakte zelfs een bacterie geen schijn van
kans meer. Als ik geplast had moest ik ieder schakeltje van mijn
rits er met geweld van overtuigen dat het beter was om mee
te werken. Voordat je dan jezelf weer in elkaar hebt gezet en in
de badkamer alle handelingen hebt verricht die er toe künnen
leiden dat je omgeving je herkent zit je al half in de middag.
De rest van de middag bleef ik staan. Als ik ging zitten kon ik
niet meer praten.
Maar afgezien van zo'n kleinigheid was ik er zeker van dat deze
avond beslissend zou zijn voor de rest van mijn leven en dat
alle meiden nat zouden worden tot onder hun oksels als ik
voorbij kwam.
Alleen het lopen ging wat moeilijk.
Toen het bijna tijd was om te gaan schuifelde ik nog even de
woonkamer binnen waar mijn hele familie verwachtingsvol
paraat zat.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik mijn moeder breeduit zitten in
haar mamastoel.
Zij bleek ondertussen nauwgezet door mijn zussen te zijn in
gelicht en van de nodige informatie voorzien omtrent mijn
plannen en bedoelingen ten aanzien van onschuldige wichten.
Als ervaringsdeskundige met een gezin van zes kinderen was ze
natuurlijk niet helemaal achterlijk. Ze volgde me een tijdje met