Toen zijn vrouw in 1816 overleed werd het windstil. In het kuuroord Marienbad raakte de 72-jarige Goethe verliefd op de 19-jarige Ulrike Levetzow. Hij sprak haar als een vader maar liet haar toch ten huwelijk vragen. Verkrampt door de twijfel weigerde zij, maar zij bleef ook haar latere pretendenten afwijzen, want zei ze dan 'na Goethe lijken alle mannen alleen maar vervelend'. Met de Marienbader Elegie eindigde zijn ervaringslyriek. Hij raakte steeds moeilijker uit de almanak van zijn verleden, wilde niet luisteren wanneer een engel aan zijn oor fluisterde, ontwaakte telkens in een ander leven dat hem verder bracht weg van de verdwenen naaktfiguur van het onderbewuste. Op 22 maart 1832 vroeg hij zijn bediende welke dag het was. Dan is de lente reeds begonnen, zei hij gerustgesteld. Zet toch het tweede raam open. Dan komt er meer licht. Dit waren zijn laatste woorden. Er bleven hem nog gebaren. Hij schreef met een vinger in de lucht, wat hij vaker deed. Daarna schreef hij op het dekbed dat op zijn knieën lag. Een hoofdletter W was duidelijk herkenbaar, en leestekens. Maar zijn laatste woorden kon niemand meer lezen. Daarom viel zijn hand voor altijd stil.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 101