Geen reguliere pedicurebezoekster. Hij zuchtte. Dacht aan kof fie, straks, later. Ze had een goed passende prothese, waarschijnlijk nog niet zo heel lang geleden laten aanmeten. Het gaf een ingevallen kaak weer vorm, soms was dat een ramp zoals bij zijn eigen vrouw die door haar ziekte sterk vermagerd was, maar zijn vakgebied had daar een passende oplossing voor. Hij streek met het bor steltje langs de randen van het harde roze en het te witte wit. Oude mensen met witte tanden, hij schudde zijn hoofd. Het gereinigde object duwde hij gevuld met kleefpasta in de open mond. Met een kort, vakkundig gebaar dreef hij een kromme naald door de binnenkant van haar lip. Het bedrieglijke wit zou niet onverwachts zichtbaar worden. Zacht wreef hij wat vase line over haar lippen tegen uitdroging zodat het geheel langer mooi bleef. Even klonk er een kort knappend piepje, het ontspannen van een pees. Het geluid deed hem denken aan Meindert die wel eens een uilenbotje brak, wanneer hij het dier van zijn verenjas ontdeed. Klein Naturalis trok weinig bezoe kers, een twintig-, hooguit dertigtal per jaar. Eén enkele zomer waren er vijf schoolklassen achter elkaar op bezoek geweest, een topjaar. Omdat Meindert niets op had met kinderen en hun graaiende, kleverige klauwtjes, hadden de juffen 'Klein Naturalis' waarschijnlijk van hun lijst geschrapt. Er waren drie zalen met opgezette dieren uit bos en veld, een zaal met exoten, een preparatieruimte en een klein kantoor. De rest van het gebouw stond leeg. Ruimtes die afzonderlijk af te sluiten waren. Het vel van haar hals was zacht en leek te ruim voor het magere strottenhoofd. Misschien kon hij straks met de kleding nog wat maskeren. Hij was niet godsdienstig. Dood is dood. De dood was meestal lelijk, van alle menselijkheid ontdaan. Zieke en heel oude mensen konden mager worden op plekken waarvan je niet wist dat je er mager kon worden. Niet alles viel te ver helpen. Hij probeerde de overledene iets te geven, iets van het geleefde leven. Buiten krijste een meeuw. Koning vond het prettig alleen te zijn met een overledene, alle zuurstof in de ruimte voor hemzelf te hebben. Hoewel sommige doden gesloten leken, bij na stug, waren andere heel open soms zelfs opdringerig. Ze wasemden hun leven uit, als cake uit de oven, maar hij liet zich

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 14