0J
0J
GK
de zee weet van verbanning
breekt elke dag een bleke
strook van het land
golfbrekers verkennen paden
naar hamerende kragen
die een smal spoor volledig
verdrinken
dammen verzinken gebroken
in wit bruisend tij
ruggengraat van wrakhout nat
gesleten door zout en schelpen
aangevreten
een offertafel zwarte stenen
aan genade van zon overgelaten
een opgebroken graf in een schraag
aarde geplaatst waar de golf met
een klap overslaat
stammen ademen naar water
C het opzuigen en neerdalen van sluierende gewaden
van zonsopgang tot zonsondergang vormen silhouetten
^3 van palen de sterke arm groeiend in een zilveren vang
•mm
branding stort een ver verlangen over strand
waar meeuwen zweven boven toppen van beweging
het licht heeft mijn ogen geopend
wakker ben ik staan gebleven
onder de lichte druk van zand stromend
aan de wind geregen.