Light verse is een wonderlijk genre. Alleen de naam al: we heb
ben er geen goede Nederlandse term voor. Lichte poëzie, maar
hoe licht is lichte poëzie? Niet zelden gaan de gedichten over
mislukte liefdes, ernstige handicaps of over maatschappelijke
misstanden als onzorgvuldig taalgebruik. Behoort het werk van
Piet Paaltjens tot de lichte poëzie? Is Jean-Pierre Rawie een light-
vmedichter? De problemen met de naam hebben rechtstreeks te
maken met het genreprobleem. Wanneer is een gedicht licht?
Drs. P heeft jarenlang vruchteloos gepoogd de term plezier
dichten ingang te doen vinden, maar dat woord riekt zo preg
nant naar amateurisme en zondagsdichters, dat weinig light-
versedichters zich aangesproken voelden.
Wat kenmerkt de lichte poëzie? Veelal rekent men direct be
grijpelijke poëzie tot lichte poëzie. De vroege Rutger Kopland,
Jean-Pierre Rawie, Judith Herzberg, Gerrit Komrij en veel ge
dichten van Vasalis passen moeiteloos in deze categorie. Toch
zal niemand hen light-versedichters noemen. Gerrit Achterberg,
Hans Favery, Christine d'Haen, Ida Gerhardt, H.H. ter Balkt,
Nachoem Wijnberg, Fritzi Harmsen van Beek en Alfred Shaffer
vallen er zeker niet onder. Hun werk kenmerkt zich door een
gelaagdheid die vraagt om studie en herhaalde lezing.
Naast begrijpelijkheid speelt de pretentie, de inzet een rol. De
'serieuze' dichters zijn 'kunstenaars'. Ze streven niet naar be
grijpelijkheid, niet naar amusement, maar naar inhoudelijke
verdieping; ze verrichten filosofisch gefundeerd taalonderzoek,
zijn hedendaagse mystici, literaire vernieuwers, verbale alche
misten of avant-gardisten, die geen boodschap hebben aan de
toegankelijkheid van hun werk, de verkoopcijfers of het oor
deel van de burgerij. Ze zijn Dichters: hun artistieke visie en de
autonomie van hun teksten staan voorop, hoe hermetisch of
onmodieus hun werk ook uitvalt.
Een derde aspect is dat lichte poëzie vaak een relativerende of
ironische toon heeft. Daarmee plaatst de light-versedichter zich
in de traditie van de negentiende-eeuwse humorcultus, een ver
schijnsel dat naast en zelfs binnen de romantiek tot bloei
kwam. In Engeland en Duitsland was die bloei groter dan in
Nederland, maar Piet Paaltjens en de Schoolmeester worden,