lit enthousiasme in de stem van de vader, die de tas heeft aange kondigd, niet deelt. De nieuwkomer blijft bij het knikkerkundig groepje staan, de :n tas met gekruiste armen tegen zijn buik houdend als wil hij n- hem nooit meer loslaten. Houdt hij van dat doffe, bruine tasje? ie Het groepje jongens slinkt. De jongen die erbij gekomen is wint pt het van de knikkers zodra hij de tas opent, er een sigaar met ie een steeltje uit pakt en de tas op de grond zet om vakkundig ie te werk te kunnen gaan met een doosje lucifers, de sigaar al in ie de mond. Dan posteert hij zich tegen de tussen het hoekhuis fd en de winkel staande woning, de tas weer onder zijn arm, de ie interessantste voet tegen de muur, af en toe de sigaar uit de ■r- mond nemend om een denkbeeldig rookwolkje de kade op te in blazen. Er zijn er wel meer die dat willen maar dat houdt hij m wat af. Meer dan drie lucifers per dag krijgt hij niet van zijn moeder. er De vaders zoeken hun vrouwen op, de moeders hun mannen, te Op de bleek is plaats voor twee en als het moet ook op een >p stoel. Binnen moeten ze slechts een trap op om hun krakende r- netnaoorlogse bed te vinden, terwijl op de kade de sigarenjon- ar gen een nagenoeg vol doosje lucifers aangeboden wordt in ruil in voor. De jongen begint met het uitdelen van de inhoud van in zijn tas. Het zijn de grootste handen die het eerst verlangend le naar hem uitgestoken worden en zodra die voorzien zijn neemt in in alle stilte het echte werk opnieuw een aanvang, ■n De oudste, die in het rokje dat zijn beste tijd gehad heeft, ziet st hoe de jongen lucifers langs de zijkant van het doosje strijkt, hoe de topjes van de rietsigaren een voor een in een vlammetje :h gehouden worden tot ze smeulen, ziet de jongens met uitge- ;g stoken arm over het naast de stoep gelegen fietspad paraderen, le hoe de sigaren tussen wijs- en middelvinger gehouden worden le en af toe naar de mond gebracht om het inhaleren te imiteren. Ze wil er eigenlijk ook wel een. "Ze zijn niet echt hoor," zegt de '1, jongen, terwijl hij er nog een voor haar uit zijn schooltas vist. rs Vuur wil ze ook wel, al had hij dat niet gedacht en al is ze er rs een beetje bang voor. Dan sluit ze zich aan bij de kleine parade, i- j|||| sigaar in de hand, de ogen gericht op het smeulende topje en rr haar hoogsteigen rooksliertje. Voorbeeld doet volgen, tot ook et v de allerjongste van sigaar en vuur voorzien is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 71