Mignonne, allons voir si lo rose Qui ce matin avoit desclose Sa robe de pourpre au Soleil, A point perdu ceste vesprée Les plis de sa robe pourprée, Et son teint au vostre pareil. Lieverd, laten we gaan kijken of de roos, Die vanochtend in de zon Haar purperen kleed ontloken had, Vanavond niet verloren heeft De plooien van haar paarse jurk, En haar teint aan de jouwe gelijk. Deze verstokte hedonist liet een schitterend poëtisch testament achter in de vorm van zijn Sonnets pour Hélène. Hedonisme is ook mogen praten en schrijven over liefde, in die tijd nog in geïdealiseerde trant. De erotiek van de Libertijnen moet nog komen. Quand vous serez bi en vieiiie, au so/ra la chandelle Assise auprès du feudévidant et filant, Direzchantant mes versen vous émerveillant: Ronsard me célébrait du temps que j'étais belle. Wanneer je oud zult zijn 's avonds bij kaarslicht, Zittend bij de haard, afwindend en spinnend, Zul je verrukt roepen, mijn verzen opzeggend: Ronsard bezong mij in de tijd dat ik schoon was. In de volgende eeuw geeft de hedonistische poëzie blijk van een gedurfde directheid die de Pléiade-dichters niet kenden. De 17de eeuw wordt de eeuw van de liederlijkheid, en dat is in de literatuur goed te merken. 'Leven zonder wellust is onder gronds leven/ verklaart Théophile de Viau (1590-1626), een van de allereerste Libertijnen. Hij brengt het met zijn omvang rijk oeuvre zover dat hij in 1623 ter dood wordt veroordeeld vanwege een collectieve uitgave getiteld Le Parnasse des poètes satyriques ('De Parnassus der satirische dichters'). Ook hij haalt zijn inspiratie uit Ovidius en schrijft Les amours tragiques de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2016 | | pagina 66