RADSLAG
eü
Qf
en
O
IV
QJ
Geen overburen waar op ongeveer hetzelfde tijdstip wordt aan
geschoven voor de maaltijd en oogcontact bij een toevallige
blik naar buiten bijna onvermijdelijk is. Het speelde mee bij de
keus van het huis waarin ik ruim dertig jaar later nog steeds
woon. Wat er achter de kerk gebeurt, hoef ik niet te zien. Van
wege het teruglopende bezoek zijn de wekelijkse diensten ver
leden tijd en van beierende klokken kijk ik alleen nog op wan
neer op een laatste rustplaats ter aarde wordt besteld.
Onlangs realiseerde ik me dat mijn beide ouders een broer had
den die net als ik de kerk in het midden hield. Toeval natuur
lijk, zoals het ook toevallig is dat ik beide ooms sympathiek
vond. Gingen ze op zondag ter kerke als uitje omdat het zo lek
ker dichtbij was? Een betere reden kan ik nauwelijks bedenken.
Ik heb ze in ieder geval nooit kunnen betrappen op meningen,
waarschuwingen, goede raad of iets anders waarbij hun geloof
de basis was. Misschien had bij één van de ooms het feit dat hij
zelfstandig ondernemer was een rol gespeeld en had hij daarom
gekozen voor het best bezochte godshuis in zijn dorp. Ik zal
een jaar of zeven zijn geweest toen ik dat dorp voor het eerst
bezocht. Daar gaan logeren betekende een dagreis om er te
komen en het feit dat die reis werd onderbroken door enkele
ritjes met veerboten, zal er zeker toe hebben bijgedragen dat ik
aan dat bezoek herinneringen bewaar.
Aan kerkgenootschappen geen gebrek, maar dé kerk stond
midden in het dorp, omgeven door een brede sloot die nu als
kerkgracht zou worden omschreven. Van mijn oom wist ik
nauwelijks meer dan dat hij bakker was en trompet speelde in
de plaatselijke fanfare. Hij oogde erg fragiel, maar volgens mijn
vader was zijn oudere broer ondanks dat postuur een echte