De slijpende zon toont geen diepte meer
het perkament van mijn huid is blank
de schaduw losgesneden
Ik ben een ovaal gebleken
mijn vuile mens-zijn is voorbij
het zal voor een ander zijn
Ik ontstond in beweging en zal mij
de beweging ontnemen
ik ontneem mij
de grond waarop ik stond
de etiketten waarmee men mij beschreef
In de gloria
ergens zingt een stemvork na
met kelen bezingt men mijn huis.