een atalanta fladdert naast mijn oor
gaat zitten op mijn hoofd dat rust zoekt
vliegt naar de tafel, laat haar kleuren zien
oranje strepen, witte vlekken in het zwart
als de verfdruppels die ik achterliet
op de zwarte schuur
het landschap strekt zich voor mij uit en geeuwt
traag trekken de wolken dikke dekens in de lucht
ik hoor de monotone klanken van de koekoek
kijk naar de vleeskoeien met hun malende kaken
de kreupele schapen met het geluid van anders willen
ik blaat ze na
ik verliet de stad
zocht het platteland
weg van het geruis
het suizen in mijn hoofd
de niet te stoppen beelden
fragmenten van verlies
als een film die hapert
en verspringt
de wind gaat liggen
een oude mug blijft zoemen
tussen mijn oren