RECEPTIE
N
<3
OJ
Het was tegen het einde van de donkere jaren tachtig. De
wereld was vol geheimen, wat eerlijk gezegd nog steeds het ge
val is. Sterker nog, het lijken er alleen maar meer te worden.
Ik werkte als receptionist in een kleinschalig Vlissings be
jaardenhuis aan het Stadhuisplein. Overdag zat ik op de meao,
alwaar ik de vrije richting volgde. Ik speelde elektrische gitaar
alsof mijn leven ervan afhing en er was weinig wat me daar
buiten interesseerde, afgezien van gerelateerde liefhebberijen
als hardrock, garagerock, new wave en blues.
Mijn vader was betrokken geweest bij de totstandkoming van
een bejaardenhuis op christelijke grondslag en zat dacht ik ook
in het bestuur. Zo kon het gebeuren dat ik via mijn vader aan
een baantje als receptionist in de avonduren geraakte, samen
met mijn goede vriend Jan-Leen en diens broer Leonard. Het
was een zeer rustig baantje, waarbij je prima je huiswerk kon
maken of kon wegdromen over onbetaalbare Stratocasters. Het
verdiende uiteraard slecht, maar wat je kreeg voor een avondje
was ruimschoots meer dan mijn wekelijkse zakgeld.
Slechts af en toe werd enig denkwerk van je gevraagd. Bijvoor
beeld als een van de bewoners, een zeer vriendelijke, maar
zwaar dementerende grijze dame, ervandoor wilde om 'naar
haar ouders' te gaan, die volgens haar tegenover het Stadhuis
plein woonden. We mochten de receptie niet verlaten, tenzij
voor een kleine of grote boodschap, dus haar achternagaan kon
niet. Meer dan een melding aan de verpleging dat mevrouw
Puntjepuntje weer was ontsnapt zat er niet in. Wel was er een
tijdje een collegaatje waar ik verliefd op was, wat zoals al mijn
liefdesavonturen in die tijd op niets uitliep. Ik kan me haar
naam niet eens meer herinneren.